De laatste weken werd er in de media veel geschreven over de Zwolse proef, waarbij bewoners met bijvoorbeeld kleine tuinen in staat worden gesteld particuliere speeltoestellen als kleine trampolines of glijbanen op gras van de gemeente kunnen plaatsen.

De gemeente stelde richtlijnen op zodat bewoners de speeltoestellen veilig kunnen plaatsen en ongevallen zoveel mogelijk worden voorkomen. Bewoners zorgen zelf voor draagvlak in de buurt en lossen eventuele problemen samen op. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit keurde in eerste instantie negen speeltoestellen af en sommeerde de gemeente deze te verwijderen. Gemeente Zwolle liet de speeltoestellen staan, waarme het een helder signaal afgaf. Uiteindelijk stelde ChristenUnie-Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber  hierover vragen aan de minister. Die antwoorde meer ruimte te willen creëren en met gemeenten te willen onderzoeken hoe we deze bewonersinitaitieven kunnen beoordelen.

Michiel van Willigen, raadslid van de ChristenUnie: "Ik vind dit een mooi punt waarbij op verantwoorde manier meer ruimte aan bewoners kan worden gegeven. Dat verdient navolging." Van Willigen werd op zijn wenken bediend; in september volgde ook gemeente Zwartewaterland met een soortgelijk initiatief.