ChristenUnie stelt vragen over evaluatie Drank- en Horecawet

Wijn

De ChristenUnie in Zwolle vraagt het college van burgemeester en wethouders om een reactie op de resultaten en aanbevelingen van de GGD in een onderzoek naar de nieuwe Drank- en Horecawet in deze regio. Daaruit blijkt onder meer dat de startleeftijd waarop alcohol wordt gedronken door het verhogen van de toegestane leeftijd langzaam stijgt, maar ook dat de hoeveelheid die door jongeren wordt gedronken groter wordt.

ChristenUnie-raadslid Johannes de Vries: “De ChristenUnie wil dat we ook als gemeente bij blijven dragen aan een gezonde ontwikkeling van jongeren, in het belang van hun toekomst en daarmee ook de toekomst van de stad."

Het stijgen van de leeftijd waarop wordt gestart met alcohol drinken is volgens De Vries een positieve ontwikkeling. “De ChristenUnie heeft zich landelijk hard gemaakt voor het verhogen van de leeftijd waarop je alcohol kunt kopen naar 18 jaar. Dit heeft daar alles mee te maken.”

De ChristenUnie maakt zich echter ook zorgen. Bingedrinken – het drinken van vijf of meer glazen alcohol per gelegenheid –, regelmatig dronken zijn en een alcoholintoxicatie lijkt volgens de evaluatie steeds ‘normaler’ te worden. De gemiddelde leeftijd van jongeren met een alcoholintoxicatie lag in 2015 op 16 jaar – twee jaar jonger dan de vastgestelde ‘alcoholleeftijd’.

In de aanbevelingen richt de GGD zich – volgens De Vries terecht – tot ouders, onderwijs, verstrekkende partijen én de lokale overheden. "Voor effectieve preventie en handhaving is de inzet al deze partijen nodig. De toekomst van deze jongeren en daarmee de toekomst van de stad is de reden dat we ons blijven inzetten voor een gezonde en verantwoorde omgang met alcohol.”

Dat brengt de ChristenUnie tot de volgende vragen:

  1. Herkent het college de resultaten uit de onlangs verschenen evaluatiefactsheet van de Drank- en Horecawet (DHW) van GGD IJsselland? Hoe reageert het college op de aanbevelingen, waar onder het verbeteren van de samenwerking tussen gemeenten, BOA’s en politie in de regio, het vergroten van de bewustwording over alcohol- en middelengebruik en het verbeteren van de registratie van alcohol gerelateerd letsel? Welke stappen gaat het college zetten om gevolg te geven aan deze aanbevelingen?
  2. Hoe verhoudt zich het aantal in 2015 getroffen maatregelen (waarschuwingen, boetes etc.) tot het aantal maatregelen dat er in Zwolle in eerdere jaren (zowel voor als na invoering van de nieuwe DHW en de decentralisatie van toezicht en handhaving) werd getroffen? Is daarin dezelfde ontwikkeling te zien als de ontwikkeling die de GGD ziet?
  3. Klopt het dat de nieuwe Drank- en Horecawet door sportkantines en supermarkten redelijk tot goed wordt nageleefd, maar dat als zij dit niet doen “er weinig maatregelen worden genomen tegen deze verstrekkers én alcohol drinkende jongeren onder de 18 jaar”, zoals de GGD concludeert? Worden er ook maatregelen genomen tegen het verstrekken van drank aan jongeren die ‘in kennelijke staat van dronkenschap' zijn?
  4. Hoeveel fte is er beschikbaar voor het toezicht op de Drank- en Horecawet in Zwolle? Hoe verhoudt dit zich tot de gemeenten waarmee we hierin samenwerken? Is het college van mening dat er genoeg middelen (in mankracht, werkuren en geld) beschikbaar zijn om toezicht en handhaving (en de daarbij behorende administratieve werkzaamheden) op de nieuwe Drank- en Horecawet goed in te richten?

« Terug naar nieuws

Reacties op 'ChristenUnie stelt vragen over evaluatie Drank- en Horecawet'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.