Mijn Zwolse lievelingsbrug is de Rodetorenbrug. Ik woonde er tot voor kort vlakbij. Honderden keren ben ik er overheen gewandeld. Alleen, met mijn man, en toen onze oudste dochter geboren werd liep ik vaak wel twee of drie keer per dag met de wandelwagen over de mooie boog die binnenstad en buitenring met elkaar verbindt.
Beide richtingen op adem ik Zwolle in: de Peperbus en het nieuwe roestige Varken aan de ene kant, en de prachtige Hofvlietvilla, die zonder brug niet zo tot bloei had kunnen komen, aan de andere. Nooit dacht ik erover na dat de brug er ook heel anders uit had kunnen zien, tot Gerdien Rots me vertelde dat de ChristenUnie ervoor gezorgd heeft dat-ie zo hoog werd dat er boten onderdoor kunnen, en dus dat het passantenhaventje ook levendig is en blijft.
Vaak blijf ik tijdens de wandeling even staan om te kijken. En anders zorgt mijn oudste dochter daar wel voor: er is altijd wat te zien. Tot afgelopen jaar dacht ik eigenlijk nooit na over mijn wandelingetjes. Maar sinds corona ben ik er anders naar gaan kijken. Wandelen is bewegen. En bewegen is belangrijk: het is een manier om je weerbaar te maken tegen ziekte. Je wordt er fitter en gezonder van – al loop je maar twintig minuten per dag.
Maar misschien nog wel belangrijker: je bent lekker buiten. Buiten blijkt dit jaar waardevoller dan ooit. Om te vergeten, om energie op te doen. Ook als je eigenlijk geen zin hebt om te gaan. Hoe meer uren je buiten doorbrengt, hoe meer de wind het gedoe uit je kop blaast. Buiten verwacht niks van je. Buiten geeft alleen maar; buiten brengt je dichter bij jezelf. Buiten is pretentieloos prachtig. En nog gratis ook.
Gun jezelf een beetje meer buiten. Het is goed voor alles, voor je hoofd én je lijf. En wil je een doel? Wandel naar de Rodetorenbrug, pak de stadswandeling van de ChristenUnie erbij, en je loopt vanzelf langs de plekken waar de partij óók een mooi verhaal bij heeft.
Marijn de Vries - Voormalig prof-wielrenster en journalist